Het stimuleren van arbeidsmigratie stuit in verschillende EU-landen op weerstand. Nederland en Oostenrijk hebben zich eerder verzet tegen plannen voor een minder vergaande commissie voor legale migratie, en ook Hongarije en Polen verzetten zich tegen de tussenkomst van Brussel in deze zaak. Immigratie speelt een belangrijke rol in de Nederlandse verkiezingscampagne. De voorstellen die vandaag zijn gepresenteerd door de commissarissen Margaritis Schinas (Immigratie en Europese Waarden), Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken) en Ileana Ivanova (Innovatie) bevatten geen schattingen van het aantal migranten dat nodig is om verder debat te vermijden.
Het interessantste onderdeel is het opzetten van een banenwebsite (talentpool) waar werkgevers hun vacatures kunnen melden en geïnteresseerden van buiten de EU hun cv kunnen posten. De website – door ambtenaren van de Commissie ‘EU LinkedIn’ genoemd – biedt ook informatie over de erkenning van diploma’s, rechten en plichten van werkgevers en werknemers, en richt zich op sectoren met de grootste tekorten aan arbeidskrachten. Dit zijn nu allemaal activiteiten om de gezondheidszorg en groene en digitale transformatie mogelijk te maken. De commissie zegt dat het gaat om banen die momenteel achterblijven, en niet om verdringing op de arbeidsmarkt.
De Commissie dringt erop aan dat illegale immigranten die door een rechtbank zijn bevolen de EU te verlaten, de nieuwe banenwebsite niet kunnen gebruiken. De voorkeur gaat uit naar burgers van landen waarmee de EU afspraken heeft gemaakt over legale migratie. Dit moet migranten ervan weerhouden door mensenhandelaren naar de EU te worden gebracht.
vacature
De Commissie zegt dat de behoefte aan werknemers in Europa groot is. Gemiddeld vervullen werkgevers in eurolanden niet 3 procent van hun vacatures. In Nederland is dat 4,7 procent, het hoogste percentage in de EU Een tekort aan arbeidskrachten belemmert niet alleen de economische groei, maar ook de innovatie. De vergrijzing van de bevolking verergert deze problemen. “De EU moet dringend actie ondernemen om haar beroepsbevolking te vergroten”, aldus het nog steeds geheime commissievoorstel.
Meer arbeidsparticipatie in EU-landen (bestrijding van de werkloosheid, stimuleren van vrouwen om meer te werken), meer opleiding en arbeidsmigratie tussen EU-landen zijn niet voldoende om het tekort te overwinnen. Niet alleen in de gezondheidszorg, er is een grote en groeiende behoefte aan extra arbeidskrachten in de bouw-, horeca-, transport- en ICT- en AI-sectoren. Duitsland en Italië hebben onlangs aangekondigd dat zij van plan zijn de komende drie jaar ongeveer 2 miljoen werknemers van buiten de EU aan te trekken. In de strijd om talent moet Europa concurreren met de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, landen die vanwege hun taal voor veel arbeidsmigranten aantrekkelijker zijn dan EU-landen.
Arbeidsmigratie is een nationale kwalificatie en de Commissie bemoeit zich daar niet mee. Hij wil dat de lidstaten meer samenwerken om de komst van arbeidsmigranten te vergemakkelijken. Naast de talentpool – de deelname van de lidstaten gebeurt op vrijwillige basis – stelt de Commissie voor om buitenlandse diploma’s gemakkelijker te laten erkennen. Dit is inmiddels ‘een dure, complexe en tijdrovende’ zaak, zegt de commissie.
Voor sectoren waar Europese of nationale minimumnormen gelden (bijvoorbeeld voor artsen) worden de vereiste vaardigheden niet verminderd. De waarde van een buitenlands diploma moet echter sneller duidelijk worden. De EU heeft dit ook gedaan om Oekraïense vluchtelingen aan werk te helpen. Ook wil de commissie dat vaardigheden verder gaan dan diploma’s in niet-gereguleerde sectoren (bijvoorbeeld ICT).
Ook pleit de Commissie voor het sluiten van ‘partnerschappen’ met landen in Afrika en Azië, zodat arbeidsmigratie alle partijen ten goede komt. De EU moet voorkomen dat deze landen hun beste mensen verliezen (braindrain). Dit kan door arbeidsmigranten voor een beperkt aantal jaren in dienst te nemen. De EU moet opleiding en onderwijs bieden aan de betrokken landen. De EU heeft al een dergelijke overeenkomst met Bangladesh en werkt samen met Marokko, Egypte, Tunesië en Pakistan.
Over door de auteur
Mark Peperkorrel EU-correspondent sinds 2008 D. Voxkrant. Hij woont en werkt in Brussel.