“Ik dacht dat hij van een lichtmast was gevallen.” Zo omschreef Willem van Hanneghem de legendarische 3-0 van Gilles voor Ajax tegen Feyenoord in 1975. De aanvaller ging na een voorzet van Gerry Muhren de lucht in, klampte zich vast tot grote hoogte en kopte met een harde kopbal in doel. Het tekent Gilles, die bijna harder kan koppen dan hij schiet, en kopdoelen zijn zijn handelsmerk.
Ajax won de wedstrijd uiteindelijk met 6-0 in het Olympisch Stadion. Gilles scoorde in die klassieker vijf keer en werd daarmee de tweede speler die dat deed, na Hans Venecker in 1964.
Gilles, geboren op 28 juli 1948 in Haarlem, was niet lang (1,81 m), sterk of technisch, maar zijn kracht was dat hij altijd op de juiste plek stond. Hij was bedreven in het in slaap brengen van zijn tegenstanders. Hij praatte bijvoorbeeld regelmatig met zijn tegenstander over het weer of een leuke actie van een medespeler en sloeg vervolgens toe. Het werkt bijna altijd, totdat de coaches hun spelers beginnen te verbieden met hem te praten.
In achttien jaar als profvoetballer scoorde Gilles maar liefst 318 keer in 473 competitieduels. In de Eredivisie scoorde de spits in totaal 265 keer, waardoor hij nog steeds tweede staat op de topscorerslijst aller tijden (na Willy van der Kuijlen). Volgens sommige statistieken scoorde Gilles gedurende zijn carrière maar liefst 605 doelpunten in 741 officiële wedstrijden.
Gilles heeft nog steeds het recordaantal topscorerstitels in de Eredivisie. Van 1975 tot en met 1978 werd hij vier seizoenen op rij gekroond tot topscorer van de Eredivisie. Maar de bakkerszoon was vooral trots op zijn prestaties in 1980/1981, toen hij de meest competitieve doelpunten scoorde in een seizoen voor het nederige Sparta.
In Europa werd Gilles met dertig doelpunten voor Ajax in 1975 uitgeschakeld in de Gouden Schoen, die naar de Roemeen Dudu Georgescu ging (33 doelpunten). Hij deelde echter de winnaar van de Zilveren Schoen. Hij won tweemaal de Bronzen Schoen als spits voor Ajax: 1977 (34 goals) en 1978 (30 goals).
Gilles speelde in zijn carrière voor negen clubs en is naast Ronald Koeman de enige speler die voor Ajax, Feyenoord en PSV heeft gespeeld. De doelpuntendief begon zijn carrière bij Telstar in 1965 en verhuisde een jaar later voor 165.000 gulden naar Feyenoord.
De transfer van de toen achttienjarige Giles zorgde voor flink wat opschudding bij de gemeente Velsen: “Zo’n schandalig hoge transfersom voor zo’n jonge knul.” Ondanks dit hoge bedrag moest hij uit hoogtevrees als huisschilder aan de slag om bij Feyenoord het hoofd boven water te houden.
Het was niet alleen de transfer van Geels die voor opschudding zorgde. In 1970 moest hij thuis vanaf de bank toekijken hoe Feyenoord de eerste Nederlandse club werd die de Europa Cup won. Hij bleef thuis voor de finale tegen Celtic omdat hij na het seizoen de Rotterdamse club wilde verlaten voor de Go Ahead Eagles. Het was een actiefilm geregisseerd door Gerard Kerkum en Gus Brooks. “Een zwarte bladzijde in mijn carrière”, zei Gilles hier later over.
Tijdens zijn vier seizoenen bij Ajax (1974–1978) leek Gilles last te hebben van de druk en spanning van het voetbal. Zo heeft hij na drie dagen testen in een ziekenhuis in Brussel last van extrasystole: een fenomeen waarbij het hart een hartslag overslaat, gevolgd door een sterkere hartslag. “Maar het grappige was: hoe slechter ik me voelde, hoe beter ik presteerde”, zei hij later.
Gilles speelde niet alleen voor traditionele topclubs in Nederland, maar ook in België. Na zijn periode bij Go Ahead speelde hij twee seizoenen voor Club Brugge en na zijn tijd bij Ajax koos hij in 1978 voor Anderlecht. Ook in de Belgische competitie maakte de aanvaller opeenvolgende doelpunten. In zijn enige seizoen voor Anderlecht eindigde hij als tweede op de topscorerslijst met 25 doelpunten.
Giles kon tijdens zijn carrière ook voor Zuid-Europese clubs spelen, maar in 1978 sloeg hij zonder problemen een aanbod van FC Barcelona af. De bescheiden doelpuntenmachine blijft het liefst dicht bij huis. Het seizoen bij Anderlecht werd zijn laatste in het buitenland. Daarna speelde hij voor Sparta, PSV en NAC, waar hij in 1983 zijn loopbaan beëindigde.