Dat concludeert de Open State Foundation na onderzoek van vorig jaar naar externe afspraken op de publieke agenda van vertrekkende kabinetsministers Rutte IV. NGO for Swachh Govt voerde een jaar geleden ook dergelijk onderzoek uit. De agenda’s waren grotendeels mazen in de wet, waardoor het onduidelijk werd wie er lobbyde bij de politieke elite.
Slecht onderhoud van de publieke agenda is ernstig. Vorig voorjaar wilde toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slott (nog) geen lobbyregister invoeren, omdat de meerderheid van de Tweede Kamer om een voorstel vroeg. Ook internationale organisaties als de Europese corruptiewaakhond Greco dringen aan op een dergelijk lobbyregister, omdat er al langer zorgen bestaan over de invloed van lobbyisten in de Nederlandse politiek.
Over door de auteur
Wilco Decker Een economieverslaggever voor D. Voxkrant. Hij heeft onder meer geschreven over grote bedrijven, ongelijkheid en lobbyen. Arijan Korteweg Freelance journalist en jarenlang werkzaam geweest op de redactie van Den Haag D. Voxkrantwaar hij zich onder meer specialiseerde in lobbyen.
Volgens de eigen richtlijnen van het kabinet moeten ministers aangeven met wie er wanneer is gesproken en waarover. Ook moet een contactpersoon worden vermeld bij wie nadere informatie kan worden opgevraagd. Van de 2.446 onderzochte afspraken – fysiek, telefonisch en online – vermeldde slechts 12 procent het onderwerp en de gesprekspartner. Open State-directeur Serv Wimmers noemde het ‘ronduit walgelijk’.
‘Extern Netwerk van Stakeholders’
Naar aanleiding van de eerdere inventarisatie van Open State hebben diverse ministeries toegezegd verbeteringen aan te brengen. Volgens de NGO is de contracttransparantie het afgelopen jaar verslechterd.
Onderwerpen werden genoemd in 44 procent, en gesprekspartners in 26 procent. Een voorbeeld van onduidelijke afspraken komt van minister van Landbouw Adema, die volgens zijn publieke agenda op 19 oktober een ‘gesprek met interne netwerkstakeholders’ voerde. Op 22 mei had de ChristenUnie-minister een ‘gesprek met veevoeding’. Open State zegt dat dit soort informatie voor niemand nuttig is.
Bruins Slott (nu Buitenlandse Zaken) haalde in zijn besluit de publieke agenda aan. De CDA-minister meldde dat hij de transparantie van de agendaopdrachten van ministers in hun publieke agenda zorgvuldig zou verbeteren, conform de richtlijnen voor de uitvoering van de Nota Publieke Agenda en Informatieraad ‘Publieke Agenda van Ministers’. Maar deze agenda’s worden slecht onderhouden, blijkt nu uit Open State-onderzoek.
Per ministerie zijn er grote verschillen. Zo heeft D66-minister van Onderwijs Robert Dijkgraaf 242 afspraken met externe partijen op zijn agenda staan. Zijn CDA-collega Wapke Hoekstra is 27. Op 17 mei spraken minister van Sport Connie Helder en minister van Justitie Dylan Yesilgoj met de KNVB over voetbal en veiligheid. Deze benoeming staat op de agenda van Helder, maar niet op die van Yesilgoz.
Extern onderzoek
Volgens Open State is D66-klimaatminister Rob Jetten ‘een van de slechtsten’ in het verstrekken van informatie over zijn deal, vrijwel altijd een onderwerp en contactpersoon. Het is niet duidelijk of hij al zijn afspraken met 87 afspraken in zijn agenda heeft genoteerd. Maandagavond won hij nieuws uur Kabinetsleden moeten ‘volledig openbaar’ zijn in hun omgang met lobby’s en belangengroepen.
CDA-minister Hugo de Jong – die de lobby van Bruins overnam – zei in een reactie dat het kabinet dit voorjaar al had geconstateerd dat het bijhouden van de agenda’s nog niet goed ging. ‘Daarom hebben we in het kabinet afgesproken om het te verbeteren. Iedere minister is hiervoor verantwoordelijk”, aldus de minister. Het kabinet laat een extern onderzoek uitvoeren. Mocht medio volgend jaar blijken dat het nog steeds niet goed gaat met de agenda’s, dan zal het kabinet alsnog een lobbyregister opzetten.
D66-Kamerlid Joost Schneller, die eerder het belang van goede publieke agenda’s benadrukte, lanceert nu een proef voor Kamerleden om hun externe communicatie vast te leggen in een publieke agenda. Dit om meer inzicht te krijgen in de invloed van lobbyisten op de besluitvorming. Kamerleden hoeven dat nog niet te doen.