Dit artikel komt uit de Volkskrant. Op NU.nl verschijnt dagelijks een selectie van de beste artikelen uit kranten en tijdschriften. Daar lees je hier Meer over.
“Staat de Belastingdienst al bij u aankloppen?” Faillissementsrechter Mark Aukema staart vanachter zijn ronde bril naar de ondernemer met twee ton aan belastingschuld die rechts voor hem op de bank zit. Die zucht. “Nog niet, maar ik wil het voorkomen”, zegt hij. “Mijn rug staat tegen de muur.” Aukema knikt begrijpend, werpt een blik op de klok achterin de Rotterdamse rechtszaal en concludeert: “Dus ik spreek om 9.12 uur het faillissement uit.”
Het is een zin die Aukema en zijn collega-rechters de afgelopen maanden steeds vaker moesten uitspreken. 332 keer in oktober – om precies te zijn. Totaal aantal faillissementen geregistreerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek afgelopen maand. Dit betekent dat in de eerste tien maanden van dit jaar 60 procent meer bedrijven failliet gingen dan in dezelfde periode vorig jaar. Ook bekende namen als Vacansoleil, BCC en Big Bazaar staan er in.
Deze stijging is niet verrassend. Tijdens de pandemie bereikte het aantal faillissementen een historisch dieptepunt. Met de coronasteun en belastingstop werden honderdduizenden bedrijven twee jaar lang overeind gehouden – ook bedrijven die eigenlijk niet levensvatbaar waren. Nu begint de afrekening: de Belastingdienst moet nog 13,2 miljard aan uitgestelde belastingen terugkrijgen, het UWV wacht nog op 2 miljard aan extra loonsubsidies en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) moet 117 miljoen euro innen.
Ondernemers die hun leningen niet meer kunnen terugbetalen, kunnen terecht bij Aukema. Soms op eigen initiatief, soms omdat crediteuren faillissement aanvragen. Hoewel de stapel dossiers op Aukema’s bureau groeit, komt er geen golf van faillissementen. Dat is nog steeds rustiger dan vóór de pandemie en vooral op het dieptepunt van de kredietcrisis, toen maandelijks ongeveer 900 bedrijven failliet gingen. Aukema verleent dan ook regelmatig bijstand op drukke juridische terreinen. Eerder deze week besprak hij bijvoorbeeld buurtgeschillen en handelsgeschillen.
Maar vandaag hebben we het over een faillissement. Zoals de slanke ondernemer uit het Oosten, gekleed in overhemd en bodywarmers, die arriveert om faillissement aan te vragen voor zijn internationale vakantieverhuurbedrijf. “Tijdens Covid zijn we achterop geraakt en kunnen we deze achterstand niet meer inhalen”, legt hij uit. “Ook omdat vorig jaar de arbeidskosten voor onze schoonmakers enorm zijn gestegen: in Oostenrijk zelfs met 30 procent.”
Aukema hoorde deze stijging van de loonkosten steeds vaker in zijn rechtszaal. Vorige week nog moest hij het faillissement uitspreken van een zorgorganisatie die in zwaar weer verkeerde nadat de cao de lonen met 15 procent had verhoogd. Wat de rechter ook opmerkte: Naarmate de rente steeg, werd geld ‘duurder’. “Ik zie veel bedrijven, vooral start-ups, die geen krediet meer kunnen krijgen en failliet gaan. Twee jaar geleden was dat anders.”
Dat geldt ook voor twee jonge, hippe ondernemers die dinsdag in joggingbroek en pufferjack de zittingszaal binnenkwamen. Zij runnen een modeplatform dat tijdens de Coronacrisis een ‘begrip’ werd. “We zijn in 2018 begonnen en hadden in 2020 al 120 mensen bij ons werken. We hadden de juiste golf op het juiste moment”, zegt de meest spraakmakende man van het stel. ‘Vertel je kinderen wie we zijn’, richt hij zich tot Aukema, die hij duidelijk niet van goede smaak verdenkt. “Ze kennen ons waarschijnlijk.”
Na de pandemie ontstond de ‘marktuitdaging’, zoals deze eufemistisch onder ondernemers wordt genoemd. Vraag en kapitaal verdampen. “Investeerders bij wie ik vroeger met vlinders in mijn buik aan tafel zat, wilden alleen maar investeren in bedrijven die direct winst zouden maken”, zegt de ondernemer. Van de 120 medewerkers blijven er nog maar 30 over. ‘Weten ze dat je hier bent?’ vraagt Aukema. Als reactie daarop wreef de jongen zenuwachtig over zijn ontluikende baard.
Een kwartier. Het duurt niet lang voordat Aukema op papier een bedrijf sluit. Maar de afwikkeling van een faillissement duurt veel langer. Daartoe moet een door Aukema aangestelde curator een inventarisatie maken van welke schulden er zijn en die nog betaald kunnen worden, bijvoorbeeld uit de verkoop van een bedrijfspand. Dat kan gemakkelijk jaren duren. Daarom wachten veel ondernemers niet op een faillissement en kiezen ze ervoor om vrijwillig te sluiten.